EINDHOVENSE MOTOR en AUTOMOBIEL CLUB |
|
|
|
1975
18 en 19 mei
Toen op 4 april de uitzetters begonnen aan het uitzetten van de rit werden zij in de Belgische Ardennen geconfronteerd met flinke sneeuwval.. Het was voorzichtig rijden op die gevaarlijke binnenwegen, en `s morgens moest eerst de wagen sneeuwvrij worden gemaakt.
Op 8 april waren zij gezond en wel weer terug.
De rit liep dit jaar via Alken, waar in café Luna de eerste vaste tijdcontrole was, en vervolgens ging het rechts van Luik naar Gouvy, waar in "Du Luxembourg" de vaste rust controle was met een menu van BEF 100,--.Via Vianden en de Mont St. Nicolas naar de vaste tijdcontrole in Bettel en vervolgens via de grensovergang bij Echternach naar de finish bij het gesloten pompstation op de samenkomst van de Markus Konderstrasse en de Oberstiffstrasse.
De tweede dag liep de rit via Neroth, waar in café Zur Neroburg de vaste tijdcontrole was, naar Balter in Losheim waar de vaste rustcontrole gelegenheid gaf voor een menu van DEM 9,-- Direct weer België in en langs de vaste tijdcontrole in café Jacquemin in Zichen-Zussen-Bolder naar Eindhoven.
Voor de sportklasse was de eerste dag een traject uitgezet, dat begon in Newel, en dat dan omhoog liep via Speicher en Kordel naar Schweich. De tweede dag lag hun kaartleesrit van Zutendaal naar Kleine Brogel.
De rit had de eerste dag een lengte van 369,42km. voor de toer en 420.17 km. voor de sportklasse. De tweede dag resp. 362.20 km. en 389.29 km. Frans Klaassen was voor de vijftiende keer de controleur, en ter gelegenheid hiervan werd hem op de prijsuitreiking een kompas voor zijn boot aangeboden.
Als controleposten fungeerden: Tini Jannes met Marinus Buys, Jan Teunisse, Wim van Hout en Thijs van Luijt aan de start in Eindhoven. In Schweich deed Jan Teunisse de finish, en Tini Jannes de start. Onderweg: Doezé Sr., Daniël Kastricum, Annie Janssen, W. Schuurman, Leo Smulders, Harry Schellekens, Wil van Eerd, Wim Hermans, W. Swinkels Sr., Tinie Swinkels, Gerrit van Zutphen, Cor van Ojen, Eric van Eerd, De finish in Eindhoven werd verzorgd door Marinus Buys, Wim van Hout en Thijs van Luijt.
Willy Swinkels stond aanvankelijk wel op de lijst van controleposten, maar doordat hij net voor de rit door een nieuwe ladder was gezakt kon hij niet mee. Een val van 9.25 meter deed hem met zware kneuzingen in het ziekenhuis belanden.
Tijdens de rit werd Frans Klaassen gereden door Tjeu Domenie, die hiervoor speciaal een snelle Toyota had aangeschaft. Martien van Eerd werd gereden door Marie-Anne de Vos in een Skoda-coupé.
Johan van Ojen had Fons Verschuren weer als vaste begeleider.
Jan Teunisse had het druk met het verwerken van de inschrijvingen. Het was voor hem en de club toch al een druk jaar, omdat we toen ons 25 jarig bestaan vierden, ter gelegenheid waarvan we op 13 april een jubileumrit organiseerden, die 148 deelnemers trok, en Jan bezig was met de aanleg van centrale verwarming in zijn huis..
Hermann Schmitt had gezorgd voor 2 vierpersoons, 18 driepersoons, 55 eenpersoons en 239 tweepersoons kamers, hetgeen totaal DEM 8700 kostte.
Bij Junges was weer een gezellige dansavond. In Leiwen was een nieuwe wijnbron geopend, met extra feestelijkheden. In Zell was een muziekfeest, en overal was er voldoende gelegenheid voor avondeten en vertier.
Dat kwam goed van pas, want de deelnemers hadden nogal wat moeilijkheden gehad in Luxemburg. Amper over de Luxemburgse grens greep de Luxemburgse politie in, en stuurde alles en iedereen, die met de Vierlandenrit bezig was via de Duitse grens het land uit. Dit was temeer vervelend, omdat Wim Hermans, die op een geheime post stond met Astrid de slaapplaatsen zou uitreiken.
Voor de sportklassers werd de ingetekende kaart uitgereikt op de verder in de rit gelegen Vaste Tijdcontrole in Bettel. De komst van "troubleshooter" Tini Jannes met een afkoopsom kon wel wat, maar niet alles recht zetten. Daarom hebben we voor de klassering van de eerste dag voor de tourklasse alleen het traject tot Gouvy berekend.
Op de rechtszitting later in Diekirch sprak onze voorzitter van een "deportatie" naar Duitsland door een Hertogdom, dat zoals ons Koninkrijk tot de Oranje-Nassaus behoorde.
Er waren ook dit jaar weer veel merkenprijzen, waarvan een groot aantal was geschonken door Jan van Geffen uit Asten. Ambro Slegers won de rit in de toerklasse met 7 strafpunten, in de sportklasse won R. Mol uit Schiedam. Bij de motorrijders ging de eerste prijs naar B. Eilander uit IJsselstein.
Er waren in totaal 268 deelnemers waarvan 14 motoren en 199 auto's in de tourklasse en 55 in de sportklasse. Er kwam een protest binnen over de situatie in Deudesfeld/Meerfeld, waar Jan Teunisse de tweede dag op post stond.
Na de rit kregen we een klaagbrief van Hermann Schmitt, die meedeelde dat er dit jaar enkele "Raudaubrüder" bij waren. Een jonge weduwe (Frau Wollscheid) sidderde omdat een jong stel nagenoeg haar kamer afbraken. Zij lag in angstzweet in bed.
Bij Keuler, waar we al jaren kamers hadden werd het bed zodanig bevuild, dat we een nieuw bed moesten betalen. De rekeningen voor de nieuwe aanschaf waren bijgevoegd.
Op andere plaatsen was de huissleutel meegenomen, weer elders was niemand komen opdagen, of had men zich gemeld, maar kennelijk waren ze 's nachts toch ergens anders gebleven.
Uit de in 1974 gehouden enquête hadden verschillende deelnemers afgeleid dat de rit niet meer met Pinksteren zou worden gereden.
Deze mededeling had in en om Schweich de nodige verwarring gebracht. De organisatie had nog geen beslissing genomen, maar de deelnemers hadden voor ons de zaak al aan het schijten gebracht.